maandag 15 maart 2021

#21 Ontvreemd huis.

 



#21 ONTVREEMD HUIS.
(160,78 km, Zittert-Lummen)

 

 

‘Goedemiddag meneer.’ 

‘Goedemiddag.’

‘Waar kan ik u mee van dienst zijn?’

‘Ik wil graag een melding maken van een diefstal.’

‘Oei, dat is niet zo mooi.’

‘Inderdaad.’

‘En wat kan ik opschrijven dat is ontvreemd?’

‘Mijn huis.’

 

‘Pardon?’

‘Mijn huis. Mijn huis is gestolen.’

‘Bedoelt u uw camper? Uw tent? Uw caravan?’ 

‘Neen, mijn huis zeg ik toch?’

‘Mijn excuses. Uw huis. En waar stond uw huis?’

‘Net buiten het dorp meneer. Vlak voor een stukje bos. Het bos is er nog, het huis is weg.’

‘En sinds wanneer mist u uw huis?’

‘Sinds vanochtend. Ik kwam terug van een zakenreis. Ik zit in de uienteelt, moet u weten. Ik was een weekje naar Geneve en toen ik vanochtend mijn oprijlaan op wilde rijden was het weg.’

‘Uw huis?’

‘Ja, en mijn oprijlaan.’

‘Uw oprijlaan is ook ontvreemd?’

‘Inderdaad meneer.’

‘Zet ik er dat even bij. Nog meer?’

‘Ik kon het slecht zien vanochtend aangezien het nog donker was, maar toen het begon te schemeren werd het duidelijker. Alles is weg.’

‘De oprijlaan, uw huis, uw…’

‘Schuurtje, tuin, badkamer, dak, wandmeubel, spouwmuur, afvoerputje, bijkeukentegels…’ 

‘Momentje, zo snel schrijf ik niet…afvoerputje, bijkeuken…’

‘..tegels.’

‘Bijkeukentegels.’

‘Schrijft u nu maar snel op dat alles weg is. Och och, als ik er nog lang over nadenk wordt het enkel maar pijnlijker.’

 

 

‘Was er nog iets blijven liggen of…’

‘Enkel zand en wat losse stenen van de fundering. Verder niets.’

‘Tja, dat is inderdaad niet veel.’

‘Zegt u dat wel.’

‘Maar de rest van het perceel was er nog?’

‘Ja, het hele stukje bos stond er nog. Maar mijn hele huis, weg.’

‘Wilt u een glaasje water?’

‘Ja, heel graag.’

‘Het is ook niet niks, dat begrijp ik. Gaat het weer een beetje?’

‘Dankuwel.’

‘Dan gaan we verder. Ik moet dit even vragen. Heeft u enig idee wie dit gedaan zou kunnen hebben?’

‘Neen. Er waren wel regelmatig mensen die naar mijn huis keken. U moet weten dat het een erg mooi huis was, met ornamenten op het plafond en klimrozen tegen de gevel. Sommige mensen vonden het zo mooi dat ze er foto’s van maakten. Ik heb zelf altijd vermoed dat dit toeristen waren. Je hoort wel eens dat die hier in de buurt komen. Toeristen maken foto’s zodat ze later nog eens terug kunnen kijken waar ze geweest zijn. Dat lees je wel eens. Maar het lijkt me erg sterk dat een toerist mijn huis meegenomen heeft.’

‘Dat past ook niet in een rolkoffertje!’

‘Neen, inderdaad…’

 

‘Mijn excuses, ik maakte een grapje, maar dat is nu een beetje ongepast.’

‘Het is al goed. Het is alleen dat het zo’n bijzondere aanblik geeft, zo’n leeg kavel. Zo staat je waterkoker er, zo is ie weg. Bij wijze van spreken dan. Want een huis betekent natuurlijk wel iets meer dan alleen de plek waar je waterkoker staat.’

‘Dat begrijp ik. Het bed bijvoorbeeld.’

‘Mijn god. Mijn bed. Dat is natuurlijk ook weg.’

‘Tja, dat zal nog wel even duren. Dat u dingen mist. Ik heb hier een lijst die u kunt invullen. Telkens als u zich iets herinnert dat u ook mist, kunt u dat hier op vermelden, dan weten wij waar we naar uit moeten kijken. Wie weet vinden we het nog. Ik zet er voor nu alvast ‘bed’ op.’

‘Ja, dankuwel.’

 

‘Dan moet ik nog even terug naar de wie-vraag. U bent hier tenslotte op het politiebureau en aan ons is het om uit te zoeken wie uw huis gestolen zou kunnen hebben. Zijn er mensen waarmee u in onmin bent? Die u of uw spullen iets zouden toewensen? Verdriet of gemis bijvoorbeeld?’

‘Ik kan me zo niemand voor de geest halen. De kapper in het dorp heeft me wel eens een kruiwagen geleend die ik wat laat heb teruggebracht. Ik kan me herinneren dat hij daar wat verbolgen over was. Hij had namelijk een aantal laurierstruiken gekocht voor achter in zijn tuin en doordat hij niet de beschikking had over zijn kruiwagen, kon hij ze niet makkelijk planten. Hij heeft toen de struiken achter in de auto gelegd en ze via het grasveld daarheen gereden. Dit was weer funest voor het gazon. Ik begreep heel goed dat hij hier wat boos over was. Ik heb geprobeerd het goed te maken door hem, naast de kruiwagen, ook een doosje gazonmest te geven. Maar goed. Dit alles was zeker acht jaar geleden. En sindsdien zijn we op zeer goede voet met elkaar. Wat denkt u? Zou het kunnen zijn dat hij gisteren wakker werd en er alsnog een punt van wilde maken? En dat het in zijn hoofd zo groot werd, dat hij besloot mijn huis weg te nemen?’

‘Ik acht die kans vrij klein.’

‘Want dat kan natuurlijk wel. Soms word ik ook wel eens wakker met een vervelend gevoel dat ik overhield van een droom. Ik kan daar dan zeker nog een uur last van hebben.’

‘Meneer, ik werk nu twaalf jaar bij de gendarmerie en nog nooit heb ik zoiets meegemaakt. Ik denk niet dat het uw kapper was.’

 

‘Verder zou ik het niet weten.’

‘Zijn er mensen die een grapje met u willen uithalen? Vrienden van het cafĂ© bijvoorbeeld? Het gebeurt wel eens dat dorpen een beeld of verenigingen een mascotte kwijt zijn. Vaak is het dan een grap, uitgevoerd door een naburige vereniging of groep.’

‘Een grap? U bedoelt dat iemand het wegneemt om mij te laten schrikken en dan later weer gewoon terugbrengt?’

‘Precies. En dat gebeurt vaker dan u denkt. Zeker met grote dingen. Afgelopen jaar verdween er op die manier een bronzen ezel, een touringcar en een marmeren plaquette. Allemaal als grap. Dus denkt u eens na. Zijn er mensen in uw omgeving die u een poets willen bakken? Een practical joke? Heeft u een hobby, een club waar u vaker bent?’

‘Ik ga nooit op cafe. Een pint drink ik thuis wel. Daar ben ik veel te druk voor. En daarbij hou ik van de stilte. Verder verzamel ik oud keukengerei. Och nee, die ben ik ook kwijt. Mijn verzameling!’

‘Ik schrijf het op de lijst. Oud keukengerei.’

‘Maar dat verzamelen, dat doe ik alleen. En ik tennis.’

‘Aha. Tennis.’

‘Tja. Ik heb me op mijn veertigste bedacht dat ik ook af en toe lichaamsbeweging nodig heb. Het werd tennis, aangezien er een vereniging van om de hoek zit.’

‘Zeer gezond. Maar ook sociaal. Dat zijn getapte, gezellige mensen; mensen die tennissen. Die houden wel van een grapje.’

‘Vertelt u mij wat. Ik ben er ook enkel om te sporten. Verder niet. Men spreekt er frans.’

‘Is dat bijzonder?’

‘Neen, maar u hoort het. Ik ben van origine Vlaamstalig en ben dan ook geneigd dit te spreken.’

‘Maakt men daar een probleem van?’

‘Neen, geen probleem. Maar men wil mij er wel mee plagen.’ 

‘Ze maken grappen, bedoelt u?’

‘Ach, plagerijtjes. We zitten hier tenslotte op de grens.’

‘Gebbetjes? Kwinkslagen? Gekkigheitjes? Geintjes? Geestigheden?’

‘Zo zou je het kunnen noemen. Ik laat ze maar. 

 

Maar wacht. Wacht eens even. Bedoelt u nu wat ik denk dat u bedoelt?’

‘Het zou zomaar kunnen.’

‘U bedoelt dat de mensen van de tennis met mij een grap uithalen?’

‘Ik acht het mogelijk.’

‘Dus het zou kunnen dat, terwijl wij hier spreken, mijn huis weer terug wordt gezet?’

‘Het zou een goede grap zijn.’

‘Daar zouden ze me inderdaad tuk mee hebben.’

‘Hoe laat ontdekte u dat het huis verdwenen was?’

‘Vanochtend om zeven uur.’

‘Het is nu bijna twee uur. Bent u in de tussentijd nog daar geweest?’

‘Neen, ik moest hier wachten op mijn beurt aangezien er nog twee mevrouwen voor mij waren.’

‘Ach ja, mijn excuses nog daarvoor. Maar we zijn inmiddels dus alweer uren verder. Wellicht is het goed even te gaan kijken.’ 

‘Laat ik dat doen, dan bel ik u wanneer ik er ben.’

‘Doet u dat.’

 

 

‘Goedemiddag brigadier. Nou, u raadt het nooit.’

‘Het huis staat er weer?’

‘Het staat er weer. Alsof er niets is gebeurd. In de tuin staat een bord. Groot staat erop; ‘ici on parle Wallon.’

‘Hier spreken wij Waals.’

‘ik weet wat er staat. Ik spreek ook frans. U had gelijk, het was een grap. Ik lach me werkelijk suf.’

‘Dus u kunt het wel waarderen?’

‘Dat niet. Ik heb besloten het dorp de rug toe te keren. Morgen ga ik eens een kilometer verderop kijken voor een kavel. Als het zo makkelijk is het huis weg te nemen, pak ik het zelf op en zet ik het ergens in Vlaanderen. Dan zoek ik daar wel een tennisclub. Heel erg bedankt.’

‘Succes meneer. En neem het niet te zwaar.’

‘Welnee. Ik weet het nu. Mensen die tennissen, die houden van een grapje.’ 

 

 

 

 

0 reacties:

Een reactie posten