maandag 5 april 2021

#24 Kat zonder handschoenen.

 


#24 KAT ZONDER HANDSCHOENEN.
(178,60 km, Thorembaint-Saint-Trond)

 

Vrolijk floot Tina de melodie van de cd mee en duwde het karretje met de schoonmaakspullen door de deur naar de kattenafdeling. Flessen rammelden en een beetje van het sop in de emmer klotste langs de deur. In elke ruimte waren speakers opgehangen zodat de muziek overal te volgen was. Een ijle viool volgde haar langs de honden, de reptielen en konijnen. Klassieke muziek, iets wat de bezoekers nooit verwachtten, maar de dieren werden er rustig van. Zeker de poezen. Iemand in Portugal had daar onderzoek naar gedaan en inderdaad: het bleek te werken. Alle katten lagen soezend in hun hokjes, al zou er ook mee te maken kunnen hebben dat ze net hun eten hadden gehad. Voldaan deden tientallen harige bolletjes een tukje verspreid over de hal. Een aantal van hen lichtten nieuwsgierig hun kopjes op toen ze de ruimte binnenkwam. Een enkeling rekte zich nog maar eens uit. 

            Tina had er even aan moeten wennen. Vroeger zong ze hardop mee met de popmuziek uit de hitlijsten die via de radio door het gebouw schalde. Toen de klassieke muziek was geïntroduceerd werd ze er soms een beetje kriegelig van. Ze merkte echter dat ze steeds vaker stukken begon mee te fluiten. Niet lang daarna had zichzelf er op betrapt dat ze tijdens het schoonmaken thuis ook een klassiek stuk opzette. Het was eindelijk gebeurd: Tina was op de dieren gaan lijken. Ze werd er ook rustig van.

            

Toen ze het middenpad van de poezenhal veegde werd er plotseling op de deur geklopt. Even daarvoor had Freek, de pukkelige receptionist van het asiel die het liefst de hele middag in een game op zijn telefoon zat, haar gebeld. Er was iemand bij de balie die interesse had voor een kat. Tina zette haar bezem in de hoek en liep naar de deur. 

En daar stond hij dan. Daar in de deuropening: Adonis himself. Ze herkende hem meteen ondanks zijn grote zwarte montuur en het morsige groene mutsje op zijn hoofd. Die houding, dat overduidelijk gespierde lichaam, die ogen. Het was Jordy. Van de televisie. De. Jordy. Hij, voormalig held die krakend van zijn voetstuk was gedonderd.

 

‘Hoi, ik kwam even kijken voor een kat, of ja poes. Mag best een beetje al een oude zijn, ik woon niet zo groot.’ Hij was wat onhandig, viel haar op en was duidelijk niet op zijn gemak. Toen hij de vraag stelde, zag ze hem even op zijn kaken bijten, waardoor de aangespannen pezen kort te zien waren. Dit bijten was haar zo bekend. Het was een tijdlang ongelofelijk aantrekkelijk geweest wanneer hij het deed. Maar ook dat was veranderd. Tijdens het storten van zijn voetstuk had hij dit onafgebroken gedaan.

 

Zou ze durven? Tina keek hem aan. Hij stond echt voor haar. Op haar terrein. Met vragende ogen. Ze had zich voorgenomen nooit zo’n moment voorbij te laten gaan. Dit was het moment.

 

            ‘Ja, hoor. We hebben hier best wat dames op leeftijd zitten. Of wil je liever een kater? Echte kerels hebben we ook.’ 

‘Nee, doe maar een poes, die zijn wat minder agressief, begreep ik.’ 

‘Dat klopt over het algemeen, maar er zijn er ook die je niet zonder handschoentjes moet aanpakken, als je begrijpt wat ik bedoel.’ Tina lachte om haar eigen gevatte grap. Die had hij in ieder geval al binnen. Ze kon deze kans niet aan zich voorbij laten gaan. De jongeman deed mee als een boer met kiespijn. Daar waren die pezen van zijn kaak weer. Die kaaklijn, dat warrige haar onder het mutsje, die blauwe ogen. Dat gebronsde lijf in die zwembroek… Tina begon langs de kooien te lopen. Ze moest haar aandacht even verleggen.

 

            ‘Dit is Fien, acht jaar oud. Superlief. En daarnaast zit Tante, die is elf. Al deze hokjes tot aan de deur zijn poezen. 

‘Dank je.’ De ogen keken haar aan. Ondanks de weerzin voelde ze zich smelten. Ze begreep ineens heel goed waar het mis was gegaan. Hoe ze er zelf ook in zou kunnen trappen. Hoe verraderlijk dat was. Hoe verraderlijk hij was.

‘Is er nog iets, of kan ik even kijken?’

 

Tina begreep dat ze in actie moest komen als ze haar voornemen wilde uitvoeren. Langer wachten kon ze niet verkopen aan zichzelf en zeker niet aan al haar vriendinnen. 

‘Sorry, misschien heel stom dat ik het vraag, maar jij bent het toch? Jij bent toch Jordy? Jordy van Love Beach?’ Er viel een kleine stilte. Een vioolconcert van Bach vulde de ruimte. In haar hoofd zong ze de melodie mee. Achter hen bemoeide een kater zich er mauwend mee. 

‘Goed gezien’, antwoordde hij. Daarnet twinkelden zijn ogen nog, maar nu sloeg hij ze neer. Waarschijnlijk had hij al vaker dit soort ontmoetingen gehad en waren ze niet allemaal goed bevallen. 

‘Leuk hoor, Jordy. Goed. Een poes dus. Ja, dat is gezellig hè? Ook een beetje aanspraak. Dan is er toch iemand wanneer je thuiskomt, nietwaar? Met een poes erbij ben je niet alleen. Is het huis niet zo leeg. Heb je een beetje aanspraak wanneer er niemand is.

 

Jordy keek onrustig om zich heen. Langzaam liep hij door het middenpad. Bij één van de kooien bleef hij staan en hurkte neer. Zijn knieën knakten. Weer die pezen, dacht Tina. Het is een pezig kereltje, die Jordy. Alleen heeft ie ze niet allemaal onder controle. Net als wat andere delen van zijn lijf.

‘En het zal nu best rustig zijn bij jou thuis, lijkt me. Ik denk niet dat er veel mensen bij je over de vloer komen.’ Jordy stond op, zijn knieën knakten nog maar eens. 

‘Ik ga er nog even over nadenken, denk ik’, stamelde hij. 

Zijn ogen zochten de uitgang. Goed zo, vriend. Voel de drang om te vluchten, maar weg ben je nog niet.

‘Nadenken. Hmm, ja, dat is misschien een goed plan. Even nadenken voor je een verbintenis met een poes aangaat. Die wordt afhankelijk van je. Die gaat om je geven. En niet alleen omdat je haar eten of speeltjes geeft. Die dieren zijn super-éénkennig, weet je. Dan kun je niet tegelijk met een ander dier het nest induiken, Jordy. Daar moet je inderdaad heel goed over nadenken.’

‘Sorry, ik moet gaan. Dit was misschien niet zo’n goed idee.’ Jordy liep snel naar de uitgang. Angstvallig probeerde hij Tina’s ogen te ontwijken. En dat was maar goed ook. Net als bij getraumatiseerde honden zou Tina bij direct oogcontact wel eens echt kunnen bijten, zo geagiteerd was ze inmiddels wel. Tijd voor een laatste tik met de scherpe nagels.

            ‘Je bent een klootzak, Jordy. Jordy van Love Beach. Zoals jij Tamar hebt besodemieterd en haar dat doodleuk aan het einde van de serie voor heel tv-kijkend Nederland onder de neus wreef is echt, echt schandalig. Haar hart brak waar we allemaal bij zaten. En ze had al zoveel meegemaakt. Hoe durf je? Ga je schamen, man!’

Jordy gaf geen antwoord meer. Hij dook door de deur, gooide de hoody over zijn mutsje en liep met handen in de zakken van zijn joggingbroek weg. Door de open deur riep Tina hem na. Haar stem galmde als een dominee op zondag door de ontvangsthal. 

‘Ja! Loop maar weg. Ontloop het maar. Als je maar weet dat er hier geen poes, kat of konijn voor je bij zit. Je kunt er toch niet voor zorgen. Eikel!’

 

Hij was weg. De puber achter de balie grijnsde. Ook hij had de reality-ster herkend en stak zijn duim op naar Tina. ‘Way to go sister!’

Trots op zichzelf en vol adrenaline stortte Tina zich op het opruimen van kattendrollen.  Het duurde een hele sonate van Purcell voordat haar hart weer tot rust was gekomen. De rekening was vereffend. Een daad was verricht. De poezen liepen rustig door de kooien. Hen was een gebroken hart bespaard. Dankzij Tina.

             

 

0 reacties:

Een reactie posten