maandag 12 april 2021

#25 Niet toeteren, doorrijden.


#25 NIET TOETEREN, DOORRIJDEN.

(188,91 km, Gembloux)

 

'Wat ik dan wil? Vraag je me dat nou echt? Wat ik wil? Ik wil dat ze me gewoon met rust laten. Ik wil dat ze me met rust laten en gewoon in die stoel bij het raam laten zitten als ik naar de vogeltjes zit te koekeloeren. Gewoon doorrijden met die auto en niet hier uitstappen en binnen willen komen. Doorrijden, zeg ik. Vroeger kwamen ze toch ook nooit langs? Of wel? Heb jij ze ooit hier gezien? Hebben ze hier ooit één bakkie koffie zitten drinken? Aan deze tafel? O. Dat wilde ik zeggen. Waarom nu dan wel? Omdat er een ziekte rondgaat. Ja, dag, zo ken ik er nog wel een paar. Laat ze lekker daar blijven, man. Is voor iedereen toch beter. Ik zit daar toch helemaal niet op te wachten. Laat ons gewoon de krant lezen. Of lekker een beetje schilderen. Maar niet in één keer met z’n allen op de koffie willen komen. Donder toch op. 

 

Zou ik misschien even nog wat zout mogen? Dankjewel hoor. Heel aardig van je. Het is zo’n aardig meiske, die. Van mij mag ze blijven. Hoeven we die kenau tenminste niet meer tegen te komen. Ik mag hopen dat die wegblijft. Wat een wijf was dat. Of niet dan? En dan die washand ‘s ochtends. Dat ging toch allemaal veel te ruw? Kan me mijn reet niet roesten dat ze dat al zo lang doet, dan doet ze het al zo lang verkeerd. Dat wilde ik zeggen. Nee hoor, deze is heel aardig en ziet er nog lief uit ook. 

 

Zo. Het zit er weer in. Kijken of het dit keer ook allemaal weer een beetje binnenblijft. Nee, maar het is toch ook zo? Hoe lang zit ik hier nou al? En hoe vaak heb jij bezoek voor mij gezien? Nooit. Ik ziet hier al tijden alleen. En ik zei al: het hoeft van mij ook niet. Ben je mal. Zo gezellig zijn ze niet als ze komen hoor. Vroeger toen we nog in het oude gebouw zaten kwamen ze nog wel eens. Nou, daar keek ik echt niet naar uit. Ze zaten alleen maar over zichzelf te praten. Lulden ze me de oren van de kop over hun werk en hun huis en de buren en de school van die kinderen. Ook zoiets. Als ze langskomen moeten die kinderen blijkbaar ook mee. Die jong lopen vervolgens de hele boel te verbouwen omdat ze te beroerd zijn om simpelweg de discussie aan te gaan dat ze op hun kont blijven zitten. Nee, daar zijn ze te ‘onrustig’ voor. Hou toch op. Toen wij klein waren hadden we gewoon te blijven zitten in onze zondagse kleren. Een boekie kon je krijgen, of een pak kaarten. Als je maar je kop hield. Nee, dan kan dit wel de moderne tijd zijn die veranderd is, maar dat wil niet zeggen dat het beter is. Wat mij betreft in ieder geval niet. Ik vind het wel goed zo. Ze bellen maar gewoon. 

 

Ja hoor. Het was heel lekker. Je ziet het; het hele bordje is leeg. Jaja, ik ben goed opgevoed door mijn moeder. Nee hoor, dat is een grapje. Ik vond het echt heel lekker. Zeg, zou ik misschien een kopje koffie mogen? Ja? Dat is heel aardig van je. En mag ik je vragen of daar misschien ook nog een koekje bij mag? Mag dat? Heel lekker. Ja hoor. Ik ga zometeen weer daar in de stoel bij het raam zitten. Ja, dank je. De Volkskrant, ja. Je bent een schat. Wat een aardig kind is het toch.

 

Wat krijgen we nou. Nee toch? Tjongejonge, het moet niet gekker worden. Nou moet je eens komen kijken. Wat is dat nou weer voor flauwekul? Er staat een jongen met zo’n toeter. Hoe heet zo’n ding ook alweer? Saxofoon ja. Er staat er eentje midden op de weg met een saxofoon. Daar beneden, kijk maar. Gaan we die onzin hier nou ook al krijgen? Wat is het volgende; een draaiorgel omdat meneer de Bruin jarig is? Een volksdansgroep op afstand die door de tuin hobbelt? Nog even en ze staan hier ook met zo’n hoogwerker voor het raam. Staan ze hier naar binnen te zwaaien alsof we aapjes zijn. Nou, dan zit ik de hele dag op mijn kamer hoor, als je dat maar weet.

 

We gaan dat raam helemaal niet opendoen. Ben jij gek? En dan een beetje hier op de tocht gaan zitten zeker? Ik wil net met een kopje koffie aan de krant beginnen, krijgen we dit. Het zal wel weer iemand van de muziekschool zijn die zo nodig The Best of Andre Rieu moet komen toeteren om ons een hart onder de riem te steken. Nou, ik kan je vertellen dat het vaker een nagel over een schoolbord is dan wat anders. Het is toch zo? Iedere gek van het wijkcentrum moet hier zonodig een moppie voor ons komen spelen. En dan kunnen wij zeker weer twee uur uit het raam hangen om als een stelletje debielen mee te klappen. Dat heb ik mijn hele leven nog niet gedaan, en ga ik nu ook niet doen. Het is elf uur, ik lees de krant, ik zit in een stoel en af en toe kijk ik naar de vogeltjes die er nu natuurlijk ook niet zijn, omdat al dat volk daar bezig is. 

 

Och ja natuurlijk, zij vinden het wél leuk. Welja, gooi lekker alle ramen open. Wat kan jullie het schelen? Stoken we hier toch lekker voor Jan met z’n korte achternaam? Wat zijn het toch een stelletje voorbeeldbejaarden. Kijk ze nou eens staan klappen en zwaaien. De gezusters Kwebbel met hun scheve ogen. Ik kan zo strontsacherijnig van die vrouwen worden. Heb je gezien hoe ze die nieuwe vrouw behandelen? Die met haar arm in een mitella. Alsof het een stelletje pubers zijn zoals ze die vrouw negeren. Ze draaien zo hun kop om als ze binnenkomt. Nou, dan ben je een grote meid hoor, als je met negentig jaar nog zo kinderachtig kunt doen. Ze steken nog net niet hun tong niet uit. En maar lachen en zingen. 

 

Dankjewel hoor. Zeg, zou je me nog één plezier willen doen? Ik ga de koffie toch op mijn kamer opdrinken. Ik vind het hier een beetje koud met het raam zo open. Met het krantje erbij, ja. Zou je even mee willen lopen? Ik denk dat ik anders de koffie in de gang ga morsen. Dankjewel hoor. Heel vriendelijk van je.

 

Vooruit, ik zie je straks wel weer. Kletsen we gezellig weer een beetje verder. Vanavond Ajax-Vitesse he. Gaan we doen. Tabé en salut! '

0 reacties:

Een reactie posten