#76 ONE DAY FLY.
(508,98 km, Echilleuses)
Hoe lang is het geleden dat ik de ramen heb gezeemd? Misschien al wel vier maanden. Zouden ze dat zien? Zou het ze opvallen? Het is nu half twaalf. Te laat om er nog aan te beginnen. Onzin ook want ik heb nog genoeg te doen. Eens kijken. Ik moet me nog scheren. Ik moet ook de haren uit mijn oren niet vergeten. Als ze de foto scherp maken en inzoomen ga je dat zeker zien. Ik heb geen zin om er armoedig uit te zien. Dat ben ik niet. Ik ben geen zwerver, ik kom alleen niet zo heel veel onder de mensen waardoor er geen noodzaak is voor dagelijkse knip- en scheerpraktijken. Gelukkig niet zeg. Daar heb ik mijn portie in de loop van de tijd wel van gehad.
Ik moet mijn gitaar stemmen want ze gaan zeker vragen om te spelen. God, zou ik het nog wel kunnen? Weet ik nog hoe het gaat? Hoe lang is het wel niet geleden dat ik het speelde? Jarenlang stroomde het op de automatische piloot uit mijn vingers. Ik hoefde er niet over na te denken. Sterker nog, juist niet.
Toen ik mijn rijbewijs nog niet had, vroeg ik eens aan mijn vrouw om uit te leggen welke handelingen bij het starten en wegrijden van een auto horen. Ze bleek grote moeite te hebben het stap voor stap te zeggen. ‘Het gaat automatisch’, zei ze, ‘ik denk er nooit meer bij na.’ En in de auto zei ze me zelfs dat ik erover op moest houden, omdat juist het nadenken over de handelingen haar in verwarring bracht en tot ongelukken zou kunnen leiden.
Zo is het ook met teksten en gitaarspelen. Het spelen van de hit is als het besturen van een auto, als het intoetsen van mijn pincode. Nooit over je pincode nadenken terwijl je naar een geldautomaat of winkel loopt, want geloof me: je vergeet hem. Het komt of het komt niet. Misschien komt het vandaag niet.
Stop. Ik moet vertrouwen op mijn geheugen. Ik moet niet moeilijk doen en repeteren voordat ze komen. Dat is onzin. Ik speelde het nummer in mijn leven duizenden keren. Tot vervelens toe. Het komt vast goed. Ik moet ze het anders gewoon maar vertellen voordat ik ga spelen en als het niet goed gaat vertel ik ze het verhaal van het autorijden. Ik kan het aandikken en zo het ongemak verleggen. Net als vroeger.
Ik moet ook niet, niet, niet vergeten ze mee te nemen naar het atelier. Wat is daar een goed moment voor? Ze willen het over de hit hebben met de gouden platen op de achtergrond. Dus hoe krijg ik ze naar de schilderijen? Ik wil ze in beeld, maar hoe?
Wat als ik ze een goed verhaal voor een schilderij vertel? Zo’n verhaal wat ze erin moeten houden en wat ze er niet uit kunnen knippen. Eentje die een paar minuten duurt zodat het schilderij goed in beeld komt. En daarbij, als het verhaal wat langer duurt moeten ze ook sfeerbeelden hebben van waar we zijn. Precies, dat is slim. Een korte rondleiding en dan blijven hangen in het atelier.
Een langer verhaal. Eens denken. Iets met emotie, een traan, een dikke strot. De ruzie in de band. Het overlijden van Jimmy. De dodelijke vechtpartij tijdens die gig in de Atlanta. Die. Daar willen ze het altijd over hebben. En dan begin ik erover als ik voor ‘Vergezicht op de Peel’ sta. Of nee, ‘De Ginkelse Hei’. Die vinden de mensen steeds mooi.
Ik moet dan niet vergeten even een traan te plengen bij ‘De Ginkelse Hei’. En dat ik nog even een paar extra foto’s van de anderen maak voor de website. Dat ze die meteen zien als je hem opent. Met prijs. En biografie. En ik moet ervoor zorgen dat de andere vergezichten in het atelier vooraan staan. Op een rijtje op de grond. Achteloos. Ze drogen. Het is een serie.
Het wordt dit losse bloesje en de hoed. Nee, het sjaaltje. Of toch de hoed? Stop, ik doe de deur open met de hoed en het sjaaltje en doe de hoed af bij het begin van het interview. Dan zet ik zelf de ongedwongenheid in.
Ze klonk jong aan de telefoon. Zou zij degene zijn die het interview doet? Ik hoop het niet. Dat zou het lastig maken. Zij kent mijn tijd niet, was nooit bij een optreden. Misschien haar vader wel, maar zij niet. Misschien heeft zij op Google opgezocht hoe ik er vroeger uitzag en een filmpje bekeken. Dan weet je wel wat voor een leeg interview het wordt. Nee, ik heb liever dat ze de oude rot sturen die nog herinneringen uit zijn jeugd heeft waar ik een rol in speel. Die heeft over het algemeen nog een beetje ontzag voor het succes van toen. Die stond misschien vooraan met het reünie-concert. Of nee, laat ik dat maar niet hopen want zo goed was dat niet. We hebben het aardig verkloot toen. Niet over nadenken. Niet over nadenken. Niet over nadenken.
Als ik mazzel heb sturen ze inderdaad een oudere jongere met gymschoenen die een beetje starstruck is. Die heb ik het liefst. Die kun je wat om de tuin leiden met anekdotes over bekende sterren. Die jonkies gaan zitten prikken. Prikken in eenzaamheid of in het missen van het succes. Over waarom ik me zo afzonder. Of over verdriet.
Ik moet ervoor zorgen dat het niet over verdriet gaat. Ik moet mijn kop erbij houden. Terwijl we een rondleiding doen in huis, neem ik ze mee naar het atelier. Ik ga zachtjes iets van Crosby, Stills & Nash opzetten voor als we binnenkomen. Of nee, iets ouds van de Cats, want dan kan ik meteen beginnen over die discotheek in de Achterhoek. Dan heb ik een haakje. Dat optreden in discotheek Atlanta? Jaja, dat was wat, indrukwekkend, bloed, gitaren, de dood, ambulances, het grijpt me nog steeds aan, sorry, zet maar even uit. Nee, het gaat alweer. Ja, ik schilder, vergezichten vooral. Dankjewel. Zullen we het anders daar even over hebben? Ik moet even bijkomen. Sta ik hier goed?
Voila.
Shit, had ik nou maar een expositie waar ik naar kon verwijzen. Ik verzin wel wat. Ja, ik ben in overleg met een galerie voor een expositie in het najaar, maar daar kan ik nog niets concreets over zeggen. Haha. Ja, gewoon mijn website. Maar goed, daarom zijn jullie hier niet. Het gaat wel weer hoor. Laten we het nog even over die avond in de feesttent hebben, dan kunnen we het later nog over mijn schilderijen hebben.
Ja. Zo ga ik het doen. Nog even een doekje over de wc en scheren. Hoe laat is het?